Europese Diergezondheidswet legt vanaf april 2021 nieuwe regels op voor IBR-bestrijding

Op 21 april 2021 treedt de nieuwe Europese dierengezondsheidswet ‘Animal Health Law’ (AHL) in voege. Deze regelgeving brengt heel wat wijzigingen met zich mee voor de aanpak van IBR in België. In essentie krijgen we op nationaal niveau nog maximaal 6 jaar de tijd om officieel vrij te raken van IBR. Om dit doel te bereiken, wijzigen er bepaalde regels voor het behalen en behouden van een vrij statuut voor IBR. Dit heeft gevolgen zowel voor de resterende I2-bedrijven, waar nog dragers aanwezig zijn, als voor de vrije bedrijven (I3, I4). Wat wijzigt er nu precies?

 
Nieuwe stappen vanaf april 2021

Vandaag heeft reeds 95% van de Belgische rundveebedrijven een IBR-vrij statuut (I3 of I4). Ten laatste op 21 april 2027 moeten alle bedrijven in ons land officieel vrij zijn van IBR volgens de criteria van de AHL. Om dit doel te bereiken, heeft de sector binnen de technische werkgroep IBR een langetermijnplanning uitgestippeld met verschillende mijlpalen.
 
De eerste mijlpaal is april 2021. Dan gaan volgende maatregelen van start:

Voor beslagen met I3 of I4:

  • Beslagen met een I3- of I4-statuut verwerven automatisch het vrije statuut. De criteria voor het behoud van dit vrije statuut variëren evenwel in functie van de datum waarop het statuut verkregen werd. Houd er verder ook al rekening mee dat IBR-vrije bedrijven vanaf april 2024 niet meer mogen vaccineren. 

Voor beslagen met I2:

  • I2-bedrijven zijn verplicht om IBR-dragers (gE-positieve runderen) binnen een wettelijk vastgelegde termijn te verwijderen van hun beslag. Vanaf oktober 2023 zal het zelfs helemaal verboden zijn om gE-positieve runderen te houden.
  • Runderen afkomstig van beslagen met een I2-statuut mogen niet meer verhandeld worden. Het is alleen nog toegestaan om ze te transporteren naar het slachthuis, een I2-afmestbedrijf of een vleeskalverhouderij.
  • Weidebeloop op I2-bedrijven is nog mogelijk mits je kunt aantonen dat de dieren correct zijn gevaccineerd. Maar ook op weidebeloop zullen er in de toekomst beperkingen komen voor de resterende I2-bedrijven.

Meer over dit alles zal je de komende weken kunnen lezen in de nieuwsbrieven van DGZ. Daarnaast zal DGZ de geïmpacteerde bedrijven ook persoonlijk informeren over de wijzigingen.


Over het IBR-bestrijdingsprogramma

Sinds 2007 loopt er in België een bestrijdingsprogramma tegen infectieuze boviene rhinotracheïtis (IBR). Dit programma is uitgewerkt op vraag van de landbouwsector in samenwerking met de overheid en de sectororganisaties. In een eerste fase was de deelname vrijwillig; sinds 2012 is het een verplicht programma binnen de rundveesector.

Finaal heeft het programma als doel om het IBR-virus volledig uit te roeien in België en het vrije IBR-statuut te behalen binnen Europa. Dit zal de gezondheid van de Belgische rundveestapel ten goede komen en de intracommunautaire handel in levende runderen met andere vrije landen vereenvoudigen.
Het bestrijdingsprogramma kende sinds zijn aanvang verschillende stappen en aanpassingen (2016, 2018 en 2020) die worden beschreven in de nationale wetgeving. Sinds 2014 is het Belgische IBR-bestrijdingsprogramma erkend door Europa. Hierdoor kan België verhinderen dat IBR-besmette runderen uit niet-vrije lidstaten worden binnengebracht.

Met de AHL-wetgeving wordt nu een nieuwe stap voorwaarts gezet. Deze wetgeving zal ook haar weerslag krijgen in de Belgische wetgeving.

Lees meer over het IBR-programma op de website van DGZ. 

 

Contact

Mich Gillis, communicatieverantwoordelijke DGZ, mich.gillis@dgz.be, M. 0478 20 38 93
Helpdesk DGZ, helpdesk@dgz.be, T. 078 05 05 23