Mastitisonderzoek naar de praktijk

Van 4 tot 6 augustus organiseerde het M-team samen met de National Mastitis Council (www.nmconline.org) in Gent de eerste NMC Regionale bijeenkomst rond uiergezondheid en melkkwaliteit buiten Noord-Amerika (www.nmc2014.UGent.be). Meer dan 650 mensen uit 51 verschillende landen woonden de conferentie bij. Naast het wetenschappelijke programma werden er ook verschillende workshops ingericht waarin een aantal praktische tips werden meegegeven.

Dit zijn enkele interessante conclusies van de workshops:

Communiceren en adviseren als dierenarts draait om het begrijpen van mensen en niet om het begrijpen van dieren.

De mastitisverwekker Mycoplasma bovis:

... komt vaker voor op grotere bedrijven dan op kleinere;
... kan opgespoord worden aan de hand van tankmelk;
... wordt met tussenpozen uitgescheiden wat de detectie ervan bemoeilijkt;
... kan slechts als afwezig worden beschouwd wanneer de tankmelk 3x werd onderzocht en telkens negatief werd bevonden.


Verzamelen van zaagsel voor de detectie van Klebsiella dient te gebeuren:

... op 10 tot 20 verschillende plaatsen in de zaagselvoorraad;
... op 25 cm diepte in de zaagselvoorraad;
... van minstens 1/3de van alle ligplaatsen;
... in een steriele zak of handschoen.


Sensoren en andere moderne technologieën kunnen helpen bij het vroeger opsporen van bepaalde aandoeningen zoals mastitis. Echter, ze kunnen noch de veehouder zelf noch een goed management vervangen.

Klinische mastitis is zonder meer erg pijnlijk voor de dieren. Het toedienen van een ontstekingsremmer kan de pijn verlichten en de melkproductie sneller terug op gang brengen.

Voor alle info: klik hier