Amerikaanse studie onderzoekt effect van chemische producten op Equine Metabool Syndroom (EMS)

Onderzoekers van de Universiteit van Minnesota hebben ontdekt dat hormoonontregelende stoffen in de omgeving een rol zouden kunnen spelen in de ontwikkeling van het Equine Metabool Syndroom (EMS).

Volgens de onderzoekers – financieel ondersteund door de Morris Animal Foundation– zouden de resultaten de variabiliteit van de ernst van EMS deels kunnen verklaren, iets dat niet kan geweten worden aan andere regelmatig gemeten factoren zoals dieet, fysieke activiteit en seizoensgebonden veranderingen.

Het Equine Metabool Syndroom kenmerkt zich door hormonale afwijkingen bij paarden en pony’s en is ongeneeslijk. De dieren die erdoor getroffen worden ontwikkelen doorgaans vetophopingen, worden obees en vertonen wijzigingen in hun insulinelevel. Het EMS is overigens een van de meest voorkomende oorzaken van hoefbevangenheid. 

Het onderzoeksteam onderzocht meer dan 300 paarden afkomstig van 32 plaatsen in de Verenigde Staten en Canada. Meer specifiek werden Welsh pony’s en Morgans onderzocht, rassen die vatbaarder zijn voor EMS dan andere. De onderzoekers verzamelden gegevens over hun levenswijze, met name hun dieet, hun fysieke activiteit, hun medische voorgeschiedenis en hun locatie. 

Ook hun plasma werd geanalyseerd om hormoonontregelende stoffen op te sporen die een invloed hebben op oestrogeen- en arylkoolwaterstofreceptoren. De onderzoekers gingen tegelijkertijd na of de resultaten van de bloedtesten van een individueel paard overeenkwamen met deze van paarden met een EMS-profiel, met daarin inbegrepen de gegevens omtrent insuline en de glucosegegevens, zowel in rust als na een glycemische test. Vervolgens werden de resultaten onderzocht op correlaties tussen plasmaconcentraties van hormoonontregelaars en genoemde variabelen. 

De resultaten tonen aan dat de opeenstapeling van hormoonontregelende stoffen bepaalde omgevingsveranderingen kan verklaren die geobserveerd werden bij de paarden met EMS, maar de precieze rol en de dosis-responsrelatie van de ontregelaars zijn nog niet duidelijk. 

Over het algemeen zijn hormoonontregelaars kunstmatige stoffen die aanwezig zijn in producten zoals pesticiden, plastic en persoonlijke verzorgingsproducten. Ze vervuilen de omgeving aanzienlijk en kunnen hormonen van het organisme nabootsen, hetgeen verhindert dat de echte hormonen hun werk kunnen doen. Ze hebben schadelijke effecten op zowel mens als fauna. Volgens de onderzoekers komen de paarden via hun voeding in contact met deze schadelijke stoffen. 

Volgens Molly McCue, professor en interim onderzoeksdecaan aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit van Minnesota, vormen deze resultaten een belangrijk puzzelstuk in een zeer ingewikkeld geheel en worden ze, desondanks de beste zorgen die tal van eigenaars aan hun paarden bieden, toch gediagnosticeerd. Daaraan voegt ze toe dat het belangrijk is te weten dat chemische producten bijdragen aan het probleem, opdat er middelen kunnen gevonden worden die de blootstelling van paarden daaraan verminderen. 

Kelly Diehl, interim vice-voorzitter van de wetenschappelijke programma’s van de Morris Animal Foundation, voegt toe dat hoe meer men weet over een ziekte, en al zeker een destructieve ziekte als EMS, hoe meer men in staat is om innovatieve middelen te vinden om deze te voorkomen. Ze sluit af door te verduidelijken dat, hoewel het moeilijk is om hormoonontregelende stoffen te vermijden, de informatie die uit deze studie voorkomt de mogelijkheid voor dierenartsen om een ziekte te voorspellen en de ontwikkeling ervan te voorkomen aanzienlijk verbetert. 

De volledige studie vind je hier

Bron : Animal Pharm