De gewoonten van huisdiereigenaars kunnen besmettelijke ziekten verspreiden

Een studie identificeerde de risicoprofielen van eigenaren van gezelschapsdieren op basis van de frequentie van hun verplaatsingen of interacties met andere mensen.

Bepaalde praktijken van honden- en katteneigenaren kunnen de dynamiek van overdraagbare infectieziekten, waaronder zoönosen, beïnvloeden.

Om deze gewoonten - waaronder het verplaatsen van de huisdieren, de hoeveelheid contact met andere huisdieren en dierenartsbezoeken - beter te beschrijven, heeft een groep Franse dierenartsen een onderzoek uitgevoerd dat zich richtte op de relatie tussen de levensstijl van huisdiereigenaren en de verspreiding van besmettelijke infectieziekten, in overeenstemming met de “One Health”-aanpak. 

Direct overdraagbare ziekten vereisen contact, zoals een beet of nabijheid, zoals bij door aerosol overgedragen luchtwegaandoeningen tussen een geïnfecteerd en een gezond persoon.

Het onderzoeksteam ondervroeg 2122 Franse huishoudens met huisdieren over de gewoonten van hun katten en honden, zoals reizen, de mogelijkheid van contact tussen dieren of dierenartsbezoeken, die de circulatie van rechtstreeks overdraagbare ziekteverwekkers, waaronder hondsdolheid of tuberculose, zouden kunnen beïnvloeden.

RESULTATEN

De eerste belangrijke observatie uit het onderzoek was dat slechts een minderheid van de eigenaars kon bijdragen aan het introduceren of doen circuleren van zo'n ziekteverwekkers op Frans grondgebied. De auteurs merken op dat 93% van de deelnemende hondenbezitters en 73% van de deelnemende kattenbezitters geen potentieel risico lijken te lopen om ziekteverwekkers te introduceren of te verspreiden.

Wat betreft de relevantie van reizen per soort: reizen met honden binnen de Europese Unie is frequent in vergelijking met katten, die minder vaak reizen. Anderzijds zijn er minder katten en honden die buiten de EU reizen dan het aantal dat het grondgebied van de EU oversteekt.

Er zijn eveneens terugkerende illegale verplaatsingen met honden en katten waargenomen, d.w.z. verplaatsingen die niet voldoen aan de regelgevende maatregelen in het kader van niet-systematische grenscontroles voor huisdieren.

Wat betreft leefgewoonten en de relatie met overdraagbare ziekten, constateerde het team dat een groot deel van de honden wordt uitgelaten in grootstedelijke gebieden van het land, met frequente intraspecifieke contacten (gemiddeld 1,4 contacten/dag), maar dat slechts een minderheid (1,4%) van de honden zich vrij kan bewegen. 59,7% van de kattenbezitters, daarentegen, laat zijn kat(ten) vrij rondlopen.

Met behulp van deze gegevens hebben de onderzoekers eigenaren van gezelschapsdieren gecategoriseerd volgens verschillende profielen, waarvan sommige meer risico kunnen lopen op het oplopen van virale infectieziekten.

Eigenaarprofielen met een hoger risico op het overdragen van ziektes zijn bijvoorbeeld te linken aan factoren zoals slechte medische monitoring van het dier, interacties met andere mensen of reizen naar het buitenland.

Een van de hondeneigenaarsprofielen die potentiële dierziekten kan introduceren of verspreiden is iemand die naar het buitenland reist, er een sterke interactie met andere mensen heeft en wiens dier daar ondertussen veterinaire zorg kreeg.

Samenvattend: "hoewel deze "risicoprofielen" slechts een minderheid van de huisdiereigenaren in Frankrijk vertegenwoordigen, zouden ze beter moeten worden gekarakteriseerd om de preventie te versterken die gericht is op het minimaliseren van het risico op de introductie van overdraagbare infectieziekten bij honden en katten, en dan vooral zoönosen met een aanzienlijke potentiële impact, zoals hondsdolheid", benadrukken de auteurs van de studie.