De weg naar goedkopere productie van rabiësvaccins in ontwikkelingslanden

Conventionele productieprocessen voor injecteerbare vaccins zijn afhankelijk van verschillende factoren die de kosten verhogen.

Rabiës of hondsdolheid, een door vaccinatie te voorkomen ziekte, treft meer dan 150 landen en doodt jaarlijks meer dan 55.000 mensen, of één per negen minuten, volgens gegevens van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Dit herinnert ons aan het belang van primaire vaccinatie bij alle honden, hoewel massavaccinatie van honden ook wordt voorgesteld om hondsdolheid bij mensen op de meest effectieve wijze terug te dringen en uit te bannen. 

Er is echter een minimumdekking van 70% nodig voor de bestrijding van ziekten in zoönotische gebieden. In veel ontwikkelingslanden blijft de vaccinatiegraad van honden gevaarlijk laag als gevolg van de economische beperkingen en de grote groei van hondenpopulaties.

Bovendien zijn conventionele productieprocessen voor injecteerbare vaccins afhankelijk van kweekmedia met dierlijk serum en geschikte oppervlakken voor celgroei en -behandeling. De complexiteit van deze processen verhoogt de kosten en vermindert de haalbaarheid van de productie.

In deze regio's kan een verbetering van vaccinproductieprocessen de kosten en leveringsbeperkingen helpen verlichten. Om die reden bestudeerde en optimaliseerde een internationaal team de replicatie en vaccinatiekracht van het rabiësvirus in van muskuseend afgeleide cellijnen. 

Tijdens het onderzoek konden de auteurs nagaan dat de gebruikte rabiësvirusstam efficiënt repliceerde in vogelcellijnen zonder dat voorafgaande passages nodig waren.

Deze studie toont aan dat de cellijn in kwestie permissief is voor het rabiësvirus. De beschreven productieprocessen bereikten dus een hoge virale titer en competitief vaccinpotentieel.

De auteurs zijn verheugd dat "deze ontdekking een goed uitgangspunt vormt voor de optimalisering van de productieprocessen van veterinaire vaccins tegen hondsdolheid, die betaalbaar zouden moeten zijn in landen waar de ziekte endemisch is en derhalve kunnen bijdragen tot een hogere vaccinatiegraad in de reservoirs van hondsdolheid".