Een nieuwe aanpak om de overleving van honden met osteosarcoma te verlengen

Er werd een studie gepubliceerd waarin 284 honden met osteosarcoma werden geëvalueerd.

De meeste honden met osteosarcoma vertonen duidelijk tekenen van pijn. Het feit dat de pijn variabel reageert op pijnstilling is problematisch, aangezien pijn een negatieve impact heeft op de levenskwaliteit van de dieren.

Bovendien kan de pijn die met osteosarcoma gepaard gaat ook de prognose beïnvloeden. Er zijn aanwijzingen dat bij honden die chemotherapie en radiatietherapie ondergaan voor de behandeling osteosarcoma, ernstige pijn een korte algehele overleving voorspelt.

Het is echter onduidelijk of de pijn eenvoudigweg een indicator is van vroegtijdige sterfte geassocieerd met osteosarcoma, of dat er een echt verband bestaat tussen de pijn en de progressie van de tumor. Een hypothese in dit stadium is dat de pijnreceptorstimuli die optreden tijdens tumorprogressie en pijnsignalen genereren, ook agressief tumorgedrag kunnen bevorderen.

Op basis van deze uitgangspunten werd een onderzoek uitgevoerd om na te gaan of bij honden die een amputatie ondergingen en die chemotherapie kregen, de oncologische uitkomst wordt beïnvloed door de aanvankelijke ernst van de pijn gelinkt aan de tumor, of door de aanpak van perioperatieve pijnbestrijding.

De gegevens werden verzameld uit de medische dossiers van 284 honden die tussen 1997 en 2017 een amputatie en chemotherapie (carboplatine en/of doxorubicine) ondergingen voor gelokaliseerd (niet-gemetastaseerd) osteosarcoma.

Ook werden de impact van retrospectief beoordeelde pijnniveaus bij baseline (hoog versus laag) en de invloed van verschillende pijnstillende behandelingen en lokale anesthesie op zowel de metastasevrije overleving als de mortaliteit door alle oorzaken bepaald.

Voor de gehele onderzoekspopulatie bedroeg het mediane ziektevrije tumor-geassocieerde interval en de mediane totale overlevingstijd respectievelijk 253 en 284 dagen. De initiële pijn werd beoordeeld als ‘laag’ bij 84 honden en als ‘hoog’ bij 190 honden.

Rekening houdende met de mogelijke invloeden van de onderzochte factoren, hadden honden die werden behandeld met een perioperatief analgetisch traject met hoge intensiteit (inclusief een NSAID en een bupivacaïne eluerende katheter geplaatst op de plaats van amputatie) een grotere kans op verlengde overleving dan honden die werden behandeld met een perioperatief analgetisch plan met lage intensiteit (geen NSAID's, geen katheter).

Op basis van deze resultaten verklaren de auteurs dat het gebruik van een bupivacaïne eluerende katheter in combinatie met perioperatieve toediening van NSAID’s leidde tot verlengde overlevingstijd.

Ze voegen eraan toe dat de biologische basis voor dit resultaat onbekend is. Hoe dan ook, het vooruitzicht om de overleving van patiënten met osteosarcoom te kunnen verlengen door de perioperatieve analgesie te optimaliseren, is opwindend.