Pixabay

Pixabay

Het belang van info geven aan eigenaars van honden met epilepsie

Een nieuw onderzoek van het Royal Veterinary College onderzoekt de rol van de relatie tussen dierenarts en eigenaar in de ervaring van eigenaren van honden met epilepsie.

Idiopathische epilepsie is een veel voorkomende aandoening bij honden die moeilijk te behandelen kan zijn. Een positieve relatie tussen dierenarts en eigenaar draagt bij aan tevredenheid over de behandeling en de naleving ervan, maar de invloed ervan is niet helemaal duidelijk.

Idiopathische epilepsie wordt voornamelijk behandeld met anticonvulsiva voorgeschreven door een dierenarts om het interval tussen aanvallen te verlengen of de ernst ervan te verminderen.

Remissie, oftewel de afwezigheid van aanvallen, wordt ondanks behandeling slechts bij een minderheid van de patiënten bereikt. Bijgevolg moeten meer pragmatische therapeutische doelstellingen een evenwicht vinden tussen het verminderen van aanvallen en de bijwerkingen van de geneesmiddelen.

Daarom voerde een team onderzoekers van het Royal Veterinary College (RVC) een studie uit om de mening van eigenaren over de invloed van dierenartsen op de besluitvorming bij de behandeling van epilepsie te onderzoeken.

Voor dit onderzoek werden interviews afgenomen bij 21 eigenaren van honden met gediagnosticeerde epilepsie.

Veel eigenaren vonden dat nauwkeurigere informatie hun interactie met hun dierenarts(en) en hun ervaringen met hun hond had kunnen verbeteren. De meeste eigenaren die werden doorverwezen naar een specialist meldden een positieve ervaring, vaak omdat specialisten werden aanzien als mensen met meer ervaring of kennis.

"Ik denk dat de eerste dierenarts waar ik naartoe ging een typische oude praktijk was, terwijl de kliniek waar ik nu ben veel jonge dierenartsen heeft, nieuwe ideeën heeft en erg open staat voor de dingen die ik hen voorstel," zei één van de eigenaar-respondenten.

Aan de andere kant hadden eigenaren die overwegend negatieve ervaringen rapporteerden vaak minder vertrouwen in de veterinaire beroepsgroep en waren ze eerder geneigd om zelf op onderzoek uit te gaan.

Zo toonde één respondent dat hij het oneens was door te zeggen dat zijn "dierenarts echt verschrikkelijk was omdat hij simpelweg voorschreef om een beetje fenobarbital te nemen en de hond niet eens inspecteerde of de hond eens vlug onderzocht".

De auteurs van het onderzoek wijzen erop dat "deze resultaten de ervaringen van een kleine groep eigenaren vertegenwoordigen en dat er grootschaliger onderzoek nodig is om ze te onderbouwen".

Ze merken echter op dat "eigenaren waarde lijken te hechten aan persoonlijke en communicatieve zorg met hun dierenarts, en een grotere beschikbaarheid van educatieve middelen en materialen om het bewustzijn over epilepsie te vergroten zou hun tevredenheid verder kunnen verbeteren."

"Ons onderzoek benadrukt de behoefte aan samenwerking binnen onze beroepsgroep om ervoor te zorgen dat eigenaren van gezelschapsdieren en onze diergeneeskundige collega's toegang hebben tot de nodige ondersteuning en middelen, vooral wanneer ze geconfronteerd worden met een chronische aandoening die zo onvoorspelbaar is als epilepsie."