Konijnen: aandoeningen van de urinewegen

Konijnen lijken gepredisponeerd tot het ontwikkelen van urolithiasis vanwege hun bijzondere calciummetabolisme. Het totale bloedcalcium bij konijnen is een directe weerspiegeling van de orale calciumopname. Het calciummetabolisme bij konijnen verschilt sterk van andere diersoorten. Konijnen absorberen een veel groter deel van het diëtair calcium dan andere zoogdieren. De intestinale absorptie van calcium gebeurt efficiënt, passief en onafhankelijk van vitamine D (uitzondering: calcium deficiënt dieet), en als gevolg zijn zowel geïoniseerd- als totaal bloedcalcium opmerkelijk hoger bij konijnen dan bij andere zoogdieren. De totale serum calcium concentratie varieert over een grote range, en is 30-50% hoger dan bij andere zoogdieren. De calcium homeostase bij konijnen wordt vooral door de nieren geregeld, met een renale calciumexcretie van 45-60%. Zoogdieren die calciumopname via de darm regelen en overtollig calcium elimineren via de faeces hebben slechts een renale calciumexcretie van < 2%. De nieren spelen een cruciale rol bij de regeling van het calciummetabolisme bij konijnen en het uitgescheiden calcium vormt calcium complex kristallen in de urine.