Wilde trekvogels zouden aan de oorsprong van de infectie liggen.

Het Amerikaanse ministerie van Landbouw, de Food and Drug Administration (FDA) en de Centers for Disease Control and Prevention onderzoeken samen met de volksgezondheids- en veterinaire autoriteiten van de deelstaten de vogelgriep bij melkkoeien in Texas, Kansas en New Mexico. Deze leidt tot verminderde lactatie, slechte eetlust en andere symptomen.

Onlangs testten niet-gepasteuriseerde klinische melkmonsters van zieke koeien van twee melkveebedrijven in Kansas en één in Texas, evenals een orofarynxswab van een ander melkveebedrijf in Texas, positief op hoogpathogene aviaire influenza (HPAI). Verdere tests werden gestart omdat de boerderijen ook melding maakten van dode wilde vogels op hun landerijen. Op basis van de resultaten in Texas lijkt de ziekte te zijn binnengebracht door wilde vogels. De eerste tests door de National Veterinary Services Laboratories hebben geen veranderingen in het virus aan het licht gebracht die het virus overdraagbaarder zouden maken op mensen, wat aangeeft dat het huidige risico voor de bevolking laag blijft.

Federale en staatsagentschappen zijn snel in actie gekomen om aanvullende HPAI-tests uit te voeren en het genoom van het virus te sequencen, zodat de situatie beter kan worden begrepen, inclusief de karakterisering van de HPAI-stam(men) die met deze detecties in verband wordt (worden) gebracht.

“In dit stadium zijn er geen zorgen over de veiligheid van de commerciële melkvoorziening of dat deze omstandigheid een gezondheidsrisico voor consumenten vormt,” merken ze op. “Melkveebedrijven zijn verplicht om alleen melk van gezonde dieren te verwerken voor menselijke consumptie; melk van aangetaste dieren wordt afgeleid of vernietigd om te voorkomen dat deze in de voedselvoorziening terechtkomt. Bovendien is consequent aangetoond dat pasteurisatie van melk bacteriën en virussen inactiveert, zoals het influenzavirus. Pasteurisatie is verplicht voor alle melk die tussen staten wordt verhandeld”, voegen ze eraan toe.

Federale agentschappen werken ook samen met staats- en industriepartners om boeren en dierenartsen aan te moedigen veeziekten snel te melden, zodat ze mogelijke bijkomende gevallen kunnen controleren en de impact op boeren, consumenten en andere dieren kunnen minimaliseren.

Tot nu toe zijn de melkverliezen door symptomatisch vee te beperkt om een grote impact te hebben op het aanbod en er zou geen impact moeten zijn op de prijs van melk of andere zuivelproducten.