Overdracht van hypervirulente stam van Clostridioides difficile tussen varkens en mensen

Een onderzoek in Denemarken bracht de uitwisseling van verschillende bacteriële resistentiegenen tussen varkens en mensen aan het licht.

Clostridioides difficile is een bacterie die darminfecties veroorzaakt bij mensen. Sommige stammen bevatten genen waarmee ze toxines kunnen produceren die ernstige darmontsteking kunnen veroorzaken, wat kan leiden tot levensbedreigende diarree, vooral bij ouderen of bij patiënten met een verminderde immuniteit.

In de Verenigde Staten wordt dit gegeven beschouwd als een van de grootste bedreigingen van antibioticaresistentie. In 2017 veroorzaakte de bacterie naar schatting 223 900 besmettingen en 12 800 doden. Een hypervirulente stam van C. difficile die een ernstigere ziekte kan veroorzaken, wordt in verband gebracht met een toenemend aantal infecties bij jonge, gezonde individuen. Onlangs werden productiedieren geïdentificeerd als  reservoir van deze bacterie. 

VARKENS ALS RESERVOIR

Een Deense studie onderzocht monsters van de superbacterie Clostridioides difficile van 14 varkenshouderijen in het land. De auteurs ontdekten de uitwisseling van verschillende antibioticaresistentiegenen tussen varkens en menselijke patiënten, wat bewijst dat de overdracht van dier op mens mogelijk is. 

In het kader van het onderzoek bestudeerden Deense wetenschappers de prevalentie van C. difficile-stammen bij varkens en het potentieel voor zoönotische verspreiding van antibacteriële resistentiegenen door ze te vergelijken met klinische isolaten van gehospitaliseerde patiënten in Denemarken.

Tussen 2020 en 2021 werden faecesmonsters genomen van 514 varkens op twee varkenshouderijen Denemarken. Lot A omvatte 330 monsters van zeugen, biggen, en varkens die in 2020 op veertien boerderijen werden geslacht. De 184 monsters van lot B zijn genomen bij het slachten in 2021.

De monsters werden getest op de aanwezigheid van C. difficile en men maakte gebruik van genetische sequencing om te bepalen of ze toxine- en geneesmiddelresistentiegenen bevatten. Genoomsequencing werd ook toegepast om C. difficile-isolaten van varkensmonsters te vergelijken met 934 isolaten verzameld van patiënten die in dezelfde periode waren geïnfecteerd met C. difficile.

Van de 514 varkensmonsters testen er 54 positief op C. difficile (lot A = 44, lot B = 9). Uit het onderzoek bleek dat C. difficile vaker voorkwam bij biggen en zeugen dan bij vleesvarkens. De auteurs vermoeden dat dit te wijten kan zijn aan het leeftijdsverschil tussen biggen en volwassen varkens, aangezien jongere biggen een microbioom hebben dat hen vatbaarder maakt voor kolonisatie.

RESISTENTIEGENEN 

Bovendien bevatten 38 dierlijke isolaten ten minste één resistentiegen en werd algemene resistentie voorspeld voor zeven klassen antibiotica, waarvan de meest voorkomende macroliden, ß-lactams, aminoglycosiden en vancomycine waren, die belangrijk zijn voor de behandeling van ernstige bacteriële infecties.

“Door het overmatig gebruik van antibiotica in de humane geneeskunde zijn we niet meer in staat om bacteriële infecties te overwinnen. Van bijzonder belang is de grote groep genen die resistentie verlenen tegen aminoglycosiden, een klasse antibiotica waartegen C. difficile inherent resistent is. Daarom speelt deze bacterie een rol bij de verspreiding van deze genen naar andere gevoelige soorten.”

Bovendien levert de studie bijkomend bewijs over "de toenemende  druk in verband met het gebruik van antibiotica in de veehouderij, waardoor selectie plaatsvindt van gevaarlijk resistente humane pathogenen." Dit onderstreept het belang van een meer holistische benadering bij de aanpak van C. difficile-infectie, om alle mogelijke verspreidingsroutes in overweging te nemen.”

STRIJD TEGEN ANTIBIOTICARESISTENTIE

De strijd tegen antibioticaresistentie is een internationale prioriteit. Uit het laatste rapport van het Europees Geneesmiddelenbureau over Europese monitoring van antibioticagebruik door dierenartsen blijkt dat Europese landen het gebruik van antimicrobiële stoffen bij dieren aanzienlijk hebben verminderd. Op basis van gegevens uit de 25 landen die informatie hebben verstrekt voor de periode 2011-2020, lag de wereldwijde verkoop van veterinaire antimicrobiële stoffen in Europese landen in 2020 43% lager dan in 2011.

Bron: diarioveterinario.com