Foto: Pixabay

Foto: Pixabay

Resultaten van studie benadrukken behoefte aan richtlijnen voor antibioticagebruik in veterinaire tandheelkunde

Een nieuwe studie onderzoekt het gebruik van antimicrobiële middelen bij honden en katten met comorbiditeiten die tandheelkundige ingrepen ondergaan.

De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) classificeert antimicrobiële resistentie als een grote bedreiging voor de gezondheid van mens en dier.

De Algemene Vergadering van de Verenigde Naties erkende de wereldwijde urgentie van dit probleem en hield onlangs een bijeenkomst op hoog niveau over dit onderwerp, om de aanzienlijke risico's voor de gezondheid, voedselzekerheid en de 2030-doelstellingen voor duurzame ontwikkeling aan te pakken.

Om die reden onderzoekt een nieuwe Amerikaanse studie het gebruik van antimicrobiële stoffen bij honden en katten met comorbiditeiten die tandheelkundige ingrepen ondergaan.

Dit onderzoek is het grootste in zijn soort tot nu toe en gebruikte gegevens van meer dan 680.000 tandheelkundige ingrepen onder algemene verdoving bij bijna 600.000 honden en 90.000 katten. Het bouwt voort op eerder onderzoek naar het gebruik van antimicrobiële middelen in de veterinaire tandheelkunde. Richtlijnen voor mensen beperken over het algemeen het gebruik van antimicrobiële middelen tot een kleine subset van patiënten met comorbiditeiten die minder vaak voorkomen in de praktijk van gezelschapsdieren en bevelen een korte behandeltijd aan. Deze studie benadrukt de noodzaak van verder onderzoek en samenwerking om op bewijs gebaseerde richtlijnen op te stellen en te verfijnen voor een verantwoord gebruik van antimicrobiële stoffen in de veterinaire tandheelkunde.

De belangrijkste resultaten

De belangrijkste bevindingen zijn:

  • De meeste patiënten met comorbiditeiten kregen geen antimicrobiële middelen.
  • Cefpodoxime, clindamycine en amoxicilline-clavulanaat waren de meest gebruikte antimicrobiële middelen bij honden, terwijl cefovecine, amoxicilline-clavulanaat en clindamycine de meest gebruikte waren bij katten.
  • Als antibiotica werden voorgeschreven, was perioperatieve intraveneuze toediening ongebruikelijk bij zowel honden als katten.
  • Het gebruik van antibiotica nam toe naarmate het aantal naast elkaar bestaande ziekten en de leeftijd van de patiënten toenam.
  • De beroepsgroep zou baat hebben bij duidelijke, op bewijs gebaseerde richtlijnen voor het voorschrijven en toedienen van antimicrobiële middelen tijdens orale gezondheidsprocedures bij dieren, vooral bij patiënten met een potentieel hoger risico.

Daarnaast werden onlangs ook de antimicrobiële aankooppraktijken geëvalueerd in meer dan 2000 klinieken in Canada, het VK en de VS.

“Meer in het algemeen benadrukken de resultaten de behoefte aan richtlijnen voor een verantwoord gebruik van antibiotica in de veterinaire tandheelkunde, wat zou kunnen helpen om de impact op het milieu te verminderen en een duurzamere veterinaire zorg op wereldwijde schaal te bevorderen”, aldus de auteurs.

Het delen van de resultaten met de veterinaire industrie is essentieel om het bewustzijn te vergroten, samenwerking aan te moedigen en de toepassing van praktijken op het gebied van de toediening van antimicrobiële stoffen vast te stellen en te bevorderen.