Vergelijking van de effectiviteit van verschillende behandelingen voor de behandeling van atriumfibrillatie bij honden
Momenteel zijn er geen richtlijnen betreffende de medische behandeling van honden met secundaire atriumfibrillatie.
Atriumfibrillatie (AF) bij honden is de meest voorkomende supraventriculaire tachyaritmie bij honden en wordt vaak gezien bij dieren met hartaandoeningen die gepaard gaan met remodellering van het atrium (secundaire AF). Atriumfibrillatie vermindert het hartminuutvolume en bevordert het optreden van congestief hartfalen (CHF) en verhoogt het risico op plotse dood.
Gezien de hoge prevalentie van deze aritmie en de impact ervan op de overleving, is een passende behandeling essentieel. Bij secundaire AF is controle van de ventrikelfrequentie (ritmecontrole) de meest gebruikte behandeling om de overlevingstijd van honden met deze aandoening te verlengen.
Hoewel het klinische voordeel van een effectieve hartslagcontrole goed bekend is bij AF bij honden, is de keuze voor antiaritmica om dit te bekomen controversieel. Momenteel zijn er geen richtlijnen beschikbaar voor de medische behandeling van honden met secundaire AF en anti-aritmica worden vaak meer voorgeschreven op basis van persoonlijke ervaring dan op gedegen wetenschappelijk bewijs. Factoren die verband houden met deze keuze zijn onder meer de veronderstelde/waargenomen efficiëntie en veiligheid van de medicatie. Het is echter interessant om op te merken dat er tot op heden slechts weinig studies beschikbaar zijn waarin de werkzaamheidspercentages en bijwerkingen van verschillende anti-aritmica-protocollen bij honden met AF worden geëvalueerd en vergeleken.. Dit kan de behandelingsopties in de praktijk beïnvloeden.