Het vogelgriepvirus blijft zich verspreiden in de EU en daarbuiten en veroorzaakt een hoge sterfte onder wilde vogels, besmetting van wilde en gedomesticeerde zoogdieren en epidemieën op boerderijen. In een wetenschappelijk rapport van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) en het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding (ECDC) worden de risicofactoren voor een mogelijke influenzapandemie en de bijbehorende bestrijdingsmaatregelen beoordeeld.

Deskundigen hebben bepaalde soorten pelsdieren (bv. nertsen of vossen), die zeer gevoelig zijn voor influenzavirussen, als mogelijke verspreidingsfactoren aangeduid. Hoewel de overdracht van zoogdier op zoogdier nog niet is bevestigd, kunnen wilde zoogdieren dienen als overgangsgastheer tussen wilde vogels, huisdieren en mensen. Huisdieren, zoals katten, die zowel binnen als buiten leven, kunnen ook een potentieel middel zijn voor overdracht."Het kweken in watervogelgebieden met productie in de open lucht en slechte bioveiligheid kan de introductie van het virus in boerderijen en de verspreiding ervan vergemakkelijken", waarschuwen ze. 

Het rapport benadrukt ook dat autoriteiten op verschillende gebieden moeten samenwerken in een "One Health"-perspectief om de blootstelling van zoogdieren, waaronder mensen, aan vogelgriepvirussen te beperken. "Het toezicht op dieren en mensen moet worden verbeterd, net als de genomische analyse en het delen van sequentiegegevens. De bioveiligheid op boerderijen moet worden verbeterd om te voorkomen dat dieren in contact komen met de infectie en deze verspreiden."

Aan het eind van het jaar zullen de EFSA en het ECDC een wetenschappelijk advies publiceren dat zal beoordelen hoe een potentiële grieppandemie zich zou kunnen ontwikkelen en dat risicobeheerders zal begeleiden bij het beperken van het risico voor de menselijke gezondheid.