Pixabay

Pixabay

Wat zijn de meest voorkomende aandoeningen bij huiskatten?

Volgens een onderzoek van het Royal Veterinary College (RVC) zijn tand- en tandvleesaandoeningen, obesitas, te lange nagels en vlooieninfecties de meest voorkomende aandoeningen bij katten, waarbij de risico's verschillen afhankelijk van leeftijd en geslacht.

Uit nieuw onderzoek van het Royal Veterinary College (RVC) blijkt dat tandvleesaandoeningen, obesitas, te lange nagels en vlooieninfecties de meest voorkomende aandoeningen zijn die door dierenartsen worden vastgesteld bij meer dan een miljoen katten in het Verenigd Koninkrijk. Het nieuwe onderzoek toont aan dat het risico op elke aandoening aanzienlijk varieert, afhankelijk van de leeftijd en het geslacht van de kat.

Hoewel katten populaire huisdieren zijn, vinden veel eigenaren het nog steeds moeilijk om de levenskwaliteit van hun kat en hoe deze verandert in de loop van de tijd te beoordelen. Veel gezondheidsproblemen kunnen ernstig lijden veroorzaken. De evolutie heeft katten eveneens geleerd om tekenen van pijn, gepaard gaan met aandoeningen zoals gebitsaandoeningen of artrose, te verbergen om te voorkomen dat ze zwak lijken voor roofdieren, waardoor het nog moeilijker wordt voor eigenaren om de tekenen te herkennen.

De studie onderzocht de gezondheidspatronen van een willekeurige steekproef van 18.249 katten uit een populatie van 1.255.130 katten in het VK. De meest bestudeerde kattenrassen waren de Britse Korthaar (3,01%), Ragdoll (1,82%) en Bengaal (1,22%). Andere veel voorkomende rassen waren de Maine Coon (0,93%), Pers (0,73%) en Siamees (0,68%).

Gemiddeld werd bij elke kat één aandoening per jaar vastgesteld. Het gemiddelde aantal aandoeningen per jaar was hoger bij katers dan bij kattinnen, en hoger bij oudere katten dan bij jongere katten.

Van de specifieke gediagnosticeerde aandoeningen waren de meest voorkomende tandvleesaandoeningen (15,23%), zwaarlijvigheid (11,58%), algemene tandheelkundige aandoeningen (9,23%), te lange nagels (5,23%), vlooieninfecties (5,07%) en hartgeruis (4,44%).

Andere conclusies

Katers en kattinnen hadden een verschillend risico voor bijna de helft (14) van de 30 meest voorkomende aandoeningen. Tussen jongere (< 8 jaar) en oudere (≥ 8 jaar) katten verschilde het risico voor 27 aandoeningen (90%). Zo liepen de jonge katten bijvoorbeeld een hoger risico op bijtwonden van een andere kat, vlooienbesmetting, dRTA en postoperatieve wondcomplicaties.

Oudere katten hadden een verhoogd risico op kreupelheid, abcessen, blaasontsteking, overmatig likken, algemene tandheelkundige aandoeningen, constipatie, ondergewicht, osteoartritis, vachtaandoeningen, anorexia, otitis externa, braken, hartritmestoornissen, gewichtsverlies, chronische nierziekte, niet-gediagnosticeerde aandoeningen, tandvleesaandoeningen, slechte levenskwaliteit, hartgeruis, hypergevoeligheid voor vlooienbeten, overgewicht, te lange nagels en hyperthyreoïdie.

De meest voorkomende algemene ziektegroepen waren tandheelkundige aandoeningen (21,21%), obesitas (11,58%), huidaandoeningen (9,63%), darmproblemen (8,50%), parasitaire infecties (6,30%) en hartaandoeningen (5,99%).

"Deze bevindingen bieden dierenartsen, dierenartsassistenten, kattenfokkers en eigenaren nieuw bewijs om deze aandoeningen beter te begrijpen en te voorspellen. Ze benadrukken ook de belangrijkste eigenschappen die eigenaren moeten voorop moeten stellen om hun kat het best mogelijke leven te geven.”