World Veterinary Association (WVA) neemt standpunt in over leishmaniasis

De WVA-raad keurde recent een ontwerp goed over hun standpunt omtrent leishmaniasis, open voor consultatie tot eind december met als doel alle meningen te verzamelen.

Leishmaniasis is een tropische ziekte die in ongeveer 98 landen, op 5 continenten, voorkomt. Ze wordt veroorzaakt door Leishmania-parasieten, protozoa die meestal worden overgedragen door de beet van geïnfecteerde zandvliegen. De ziekte komt in verschillende vormen voor, gaande van cutane leishmaniasis, die huidzweren veroorzaakt, tot viscerale leishmaniasis, die de inwendige organen aantast en gewoonlijk dodelijk is wanneer deze niet wordt behandeld. Op een bepaald moment werden ongeveer 12 miljoen mensen besmet, met per jaar ongeveer 700.000 tot 1 miljoen nieuwe gevallen. Knaagdieren en hondachtigen zijn de meest voorkomende gastheren. In endemische landen worden honden beschouwd als de belangrijkste besmettingsbron van Leishmania infantum. De ziekte wordt overgedragen door de zandvlieg, de belangrijkste veroorzaker van leishmaniasis bij honden.

De diagnose van leishmaniasis bij honden kan moeilijk zijn, want tot de helft van de geïnfecteerde honden is asymptomatisch. De behandeling verbetert helaas slechts tijdelijk de klinische symptomen en de parasieten worden vaak niet uitgeschakeld. Behandelde honden kunnen de infectie nog steeds dragen en een terugval krijgen. Vaccinatie, gecombineerd met insecticiden voor uitwendig gebruik, is de meest effectieve manier om leishmaniasis te voorkomen en bestrijden. Commerciële vaccins tegen leishmaniasis bij honden zijn verkrijgbaar in Europa, andere vaccins zijn in ontwikkeling. Specifieke insectenwerende middelen voor uitwendig gebruik, zoals halsbanden, verminderen effectief zandvliegbeten en ziekteoverdracht. Om herinfectie te voorkomen en het risico op zoönotische verspreiding te verkleinen, moeten uitwendige insecticiden regelmatig worden toegepast en moeten geïnfecteerde honden continu door dierenartsen worden gecontroleerd.

Er is geen bewijs dat euthanasie van hiv-positieve honden het optreden van leishmaniasis bij mensen vermindert. Programma's die deze methode hebben gebruikt om de ziekte onder controle te houden, slaagden daar niet in. Preventieprogramma's, daarentegen, hebben door middel van vaccinatie van honden geleid tot een vermindering van de incidentie van leishmaniasis bij hond en mens. Daarom is vaccinatie tegen leishmania, volgens de WVA, in combinatie met insecticiden voor uitwendig gebruik, zonder twijfel de meest efficiënte vorm van preventie en bestrijding van leishmaniasis.

Standpunt van de WVA 

De WVA stelt dat dierenartsen en veterinaire paraprofessionals een sleutelrol spelen bij het verminderen en elimineren van de risico's van leishmaniasis voor de volksgezondheid. Dierenartsen, vooral die in endemische gebieden, zouden moeten pleiten voor het gebruik van dierlijke vaccins om leishmaniasis te bestrijden en te voorkomen. Daarnaast moeten ze cliënten voorlichten over het belang van regelmatige toediening van uitwendige insecticiden om overdracht van vectorziekten te voorkomen. Al het volksgezondheidspersoneel zou moeten pleiten voor de uitvoering van leishmaniasispreventieprogramma's die gericht zijn op het onderbreken van de ziekteoverdracht en het voorkomen van infectie in reservoirgastheren.